Het gebruik van groente in de Japanse keuken
Een van de redenen waarom de (traditionele) Japanse keuken vaak zo gezond is, is het gebruik van heel veel groente. Of dit nou om gestoofde, gekookte, gefrituurde of gepekelde groenten gaat, er is vrijwel altijd iets van aanwezig in de maaltijd. En vaak ook nog meerdere soorten.
Nu zullen de meeste van ons wel bekend zijn met het gros van de groenten zoals wortel, ui, aardappel en spinazie. Ook in Japan worden deze veelvoudig gebruikt. Toch willen we ze hier eventjes buiten beschouwing laten. In plaats daarvan willen we ons echt richten op de soorten die hier minder bekend zijn en/of integraal zijn voor de Japanse keuken.
Voor het gemak hebben we deze even opgedeeld in diverse categorieën:
- Bladgroente
- Wortels en knollen
- Peulvruchten en diversen
- Scheuten en bloemen
- Paddenstoelen
- Zeewier
Let op! Op zoek naar koriander, shiso, of andere soortgelijke ingrediënten? Deze vind je in de categorie “Kruiden”.
Bladgroente
De categorie bladgroente bevat het gros van alles dat (eetbaar) groen blad heeft. Denk aan paksoi, spinazie, en de meeste sla soorten.
Hakusai, ook wel bekend als napa-kool of Chinese kool is een bladgroente die je in tal van Japanse gerechten kunt terugvinden. Sterker nog, volgens sommigen is dit (naast daikon) één van de meest gegeten groente in Japan.
Met name in traditionele yakisoba wordt er rijkelijk gestrooid met hakusai. Maar ook in stoofpot, gyoza, en tal van salades wordt er regelmatig gekozen voor deze kool om een extra frisse smaak toe te voegen. Het is ook vanwege de frisse smaak – en het feit dat het helpt met verteren van vet voedsel – dat fijngesneden hakusai (of ijsbergsla) altijd worden geserveerd wanneer je tonkatsu besteld, of andere gefrituurde gerechten.
Tevens is dit waar het Koreaanse kimchi mee gemaakt wordt. Pittig, ingelegde kool die de laatste jaren over de hele wereld steeds meer fans geniet. Zo ook in Japan.
Naast salade is één van de meest iconische Japanse gerechten waarbij ijsbergsla gebruikt wordt het bekende “cabbage rolls”. In feite zijn dit een soort gehaktballen omwikkeld in slabladeren en gekookt/gestoomd in een bouillon.
In enkele gevallen worden hakusai en ijsbergsla met elkaar uitgewisseld maar over het algemeen worden de twee redelijk separaat van elkaar gebruikt.
Mizuna is nog het beste te omschrijven als een soort Japanse rucola, maar dan minder scherp qua smaak. Het groene blad wordt vaak geserveerd met een vrij lang stuk van de steel er nog aan. Ook de bladeren zien er wat anders uit dan de rucola zoals wij deze kennen.
Je kunt ze gebruiken als een topping op allerhande gerechten, of door een salade. In Japan zijn ze echter ook een populaire toevoeging aan hotpot, wokgerechten of soep.
In principe verschilt Japanse spinazie niet zoveel van wat we hier kennen. Maar waar we hier spinazie meestal al voorgesneden in een zak kopen, krijg je het in Japan vaak nog met grotere stukken van de gehele steel eraan.
Wellicht één van de meest bekende Japanse gerechten waarbij spinazie wordt gebruikt is het maken van horensa gomaae. Waarbij gekookte spinazie wordt geserveerd, vermengd met een dressing van sesame olie en vermalen sesamzaden.
Shungiku is een bladgroente (soms ook bestempeld als kruid) dat je maar op weinig plaatsen terugvindt. Het zijn de stengels en bladeren van de ganzenbloem. De bloem wordt echter niet gebruikt of gegeten. Het bladgroen wordt met name gebruikt als onderdeel van (winterse) stoofpotjes. Ook wordt deze groente regelmatig gebruikt in (gemengde) salades, of gegeten door even kort te koken en te bedekken met een sesamdressing.
Wortels, knollen, en bollen
In deze categorie hoort alles wat maar onder de grond groeit. Denk aan rode bieten, (zoete) aardappelen, pastinaak, knolselderij, koolraap, venkel, radijs, en natuurlijk wortelen! Voor het gemak hebben we in deze categorie ook nog de diverse uiensoorten toegevoegd.
Ondanks dat je in diverse recepten wel eens ziet dat je nira kunt vervangen met lenteui/bosui geeft dat een hele andere smaakbeleving. Want hoewel het beide varianten binnen de look familie zijn is nira veel meer te vergelijken met normale bieslook. Maar dan met een veel sterkere knoflook geur en smaak. Niet voor niks dat deze variant soms ook wel knoflook bieslook genoemd wordt.
Het is een onmisbaar ingrediënt in traditionele gyoza maar kan ook op zichzelf gegeten worden. Bijvoorbeeld met een dressing van sesamolie of ponzu. Of uiteraard in andere recepten verwerkt worden op dezelfde manier als je zou doen met normale bieslook, of wanneer er een sterke knoflook smaak gewenst is.
Deze bijzondere wortel ziet er niet bepaald smakelijk uit. De ruwe schil en lange haren die er op zitten doen je niet direct watertanden. En toch is het een veelgebruikt ingrediënt in de Japanse keuken en één van de belangrijkste ingrediënten voor het maken van authentieke okonomiyaki.
Uniek aan deze wortel is dat hij erg stevig en knapperig lijkt te zijn. Maar zo gauw je deze insnijdt wordt de bergjam zacht en vochtig rondom het snijgebied. Het is deze eigenschap die het populair maakt in okonomiyaki. Door de nagaimo te raspen ontstaat er een witte smurrie, en om deze plakkerige smurrie draait het!
Eenmaal geraspt heet het ook niet meer een nagaimo maar tororo. Dit is het perfecte bindmiddel voor bijvoorbeeld okonomiyaki beslag om het heerlijk luchtig te maken. Maar ook in combinatie met soba noedels en soep wordt het veel gebruikt. Overigens zie je soms ook nog wel gewoon gesneden nagaimo in salades of als bijgerecht. Het voornaamste gebruik is echter voor het maken van okonomiyaki.
Dichterbij onze lentui/bosui is de negi. Ook wel Japanse lange uit genoemd. Het is een groente die qua smaak en structuur eigenlijk tussen prei en lenteui/bosui in zit. Deze wordt in diverse gerechten verwerkt maar kan dus makkelijk ook door prei en lenteui vervangen worden.
Konnyaku is een jelly-achtig ingrediënt dat wordt gemaakt van de knol van de gelijknamige plant. Door deze te vermalen tot een poeder en te mengen met diverse andere ingrediënten krijg een je soort jelly-blok. Deze is van nature wit en/of doorzichtig maar in veel gevallen wordt hijiki zeewier (zie verder op deze pagina voor meer over zeewier) aan toegevoegd voor extra smaak en kleur.
Je kunt konnyaku meestal in blokken krijgen, of in kant-en-klare noedels. Deze zijn vaak niet gekleurd (transparant of wit) en worden veel gebruikt in gerechten zoals sukiyaki en gyudon. In het westen wordt het ook steeds populairder omdat het vrijwel geen calorieën bevat maar wel heel veel vezels.
In diverse Aziatische landen zie je het ook nog wel eens terugkomen in de vorm van pudding. Deze zijn in Europa echter niet toegestaan vanwege stikgevaar. Dit omdat konnyaku – in tegenstelling tot pudding met bijvoorbeeld gelatine – niet smelt. Enkele tientallen mensen zijn via deze wijze om het leven gekomen omdat ze bijvoorbeeld de hele pudding in één keer uit de verpakking zogen en verder niet kauwden.
Lotuswortel is ondanks de naam niet echt een wortel maar meer de stam van de lotusplant. Toch valt deze onder de categorie wortels. Het is een heel veelzijdig ingrediënt met een kenmerkend uiterlijk. Eenmaal in plakjes gesneden zie je namelijk een haast bloemvormige verzameling van gaten.
Meestal wordt de renkon dan ook in dunne plakjes gesneden, zodat ze goed zichtbaar zijn. Je kunt ze (gekookt) verwerken in salades, in udon, in een wokgerecht, als tempura, of verwerken tot een soort chipjes. Je kunt er echt tal van kanten mee op!
Lotuswortel kun je bij diverse groenteboeren en toko’s vers vinden, maar ook vaak voorgesneden en/of kant-en-klaar verpakt te vinden. Deze zijn vaak wel een stuk witter dan verse lotuswortel omdat ze gebleekt zijn.
Heb je een verse lotuswortel? Bewaar deze dan – wanneer geschild en gesneden – in water en azijn/zout/citroensap om te voorkomen dat deze verkleuren voor gebruik. Rauw zijn ze nogal bitter en bevatten ze tannine (wat mogelijk schadelijk kan zijn in grote hoeveelheden) dus kook ze altijd voor gebruik!
Renkon en Daikon worden regelmatig door elkaar gehaald. Toch zijn er enkele hele kenmerkende verschillen in smaak, kleur, en structuur. Zo is een daikon vaak vele malen groter (makkelijk zo’n 35cm lang!), heeft het niet de unieke bloemengaten in de binnenkant, en ligt deze qua smaak en structuur dichterbij een radijs. Overigens wel een stuk minder scherp en wateriger dan de radijsjes die wij hier kennen.
Daikon wordt enorm veel gebruikt in de Japanse keuken. Rauw in stukjes, gekookt in schijfjes, in slierten door de salade, of geraspt met sojasaus over een stuk vlees. De toepassingen zijn eindeloos. Vooral in barretjes rondom Tokyo vind je veel daikon als een snack. Deze wordt dan in stukjes geserveerd met een dressing van suiker, zout, en sake.
Peulvruchten en bonen
Dat tomaat en pompoen stiekem fruitsoorten zijn weten we inmiddels wel. Maar er zijn nog meer groenten die wij bestempelen als groente die eigenlijk vruchten zijn. Denk aan peulvruchten zoals sperziebonen en sugar snaps, aubergine, courgette, komkommer, en augurk. Deze worden echter vrijwel exclusief toegepast als groente, en daarom willen we ze in deze categorie toch nog even benoemen.
Het klinkt ons wellicht wat vreemd in de oren maar adzukibonen worden vrijwel uitsluitend toegepast in het maken van traditioneel snoepgoed, desserts, en andere zoetigheid.
De kleine rode bonen worden urenlang gekookt en vermengd met suiker. Hierna worden ze of zo geserveerd met zoete siroop of wordt er een zoete pasta van gemaakt. Afhankelijk van hoe fijn deze pasta heeft krijgt het een andere naam, maar de verzamelnaam hiervoor is anko.
Het is echt de moeite waard om hier mee aan de slag te gaan want of het nou gaat om anko vulling bij je dorayaki of adzuki bij je groene thee pudding of parfait, het is erg lekker!
Ben je dol op zoete aardappel en pompoen? Dan ga je kabocha ook echt heerlijk vinden! Want deze Japanse pompoen lijkt qua smaak en textuur (en kleur) erg veel op oranje, zoete aardappelen.
Het is een zeer geliefd ingrediënt dat op talloze manieren bereid kan worden, afhankelijk van smaak en het gerecht. Zo kan deze worden gekookt, gestoomd, gefrituurd, gebakken, gepureerd, etc. etc.
In Japan zie je ze veel richting het einde van de zomer en het begin van de herfst maar je kunt ze het hele jaar door tegenkomen. Ook hier kun je ze relatief makkelijk vinden, in diverse maten.
Net als natto is ook okra een ingrediënt dat je moet leren waarderen. Deze bijzondere groente heeft een knapperige buitenkant maar een slijmerige binnenkant. Er zit namelijk een soort gel-achtige substantie aan de binnenkant, vergelijkbaar met het slijm bij natto.
Qua smaak is okra zelf vrij mild. Het kan soms wat bitter zijn maar over het algemeen wordt het (zeker gekookt) meer vergeleken met bijvoorbeeld aubergine. En er zijn een heleboel lekkere dingen mee maken. In de Japanse keuken wordt het meestal geserveerd als tempura, vermengd door salade, of als gerecht an sich met bijvoorbeeld ponzu saus en bonitovlokken.
Daarbij is het ook echt een superfood met enorm veel vitamine C, vezels, proteïne en magnesium zonder dat het een caloriebom is.
Tevens wordt het blad van de okra gebruikt in bijvoorbeeld salades, en kunnen de zaden geroosterd en vermalen worden om een cafeïnevrije vervanging voor koffie te bieden. Erg veelzijdig dus.
In dit filmpje wordt er nog wat meer uitgelegd over okra.
Een nogal vreemde eend in de bijt want het hoort helemaal niet in de categorie fruit óf groente. Het is namelijk een graansoort. Maar net als met bovenstaande voorbeelden wordt maïs voornamelijk toegepast als een groente (uitzonderingen bijvoorbeeld maismeel e.d.). Vandaar dat het ons logischer leek deze hier te plaatsen.
Want ook maïs wordt in Japan veelvuldig gebruikt. Wellicht de meest voorkomende bereiding is in maissoep. Deze wordt vaak tijdens het ontbijt of lunch geserveerd en is zo geliefd dat je het zelfs in blikjes uit de vending machines kunt halen. Ook warm!
Daarnaast zie je het veel terug in salades en wordt het soms ook geserveerd als tempura. Corn-on-the-cob zie je niet zoveel terug maar is wel te vinden.
Edamame is wat wij meestal synoniem stellen aan sojabonen. In Japan verwijst edamame echter naar een specifiek gerecht waarbij de niet-rijpe sojabonen al geplukt worden, en in hun schil worden geserveerd (nadat ze geblancheerd zijn). Rijpe sojabonen zijn namelijk bruin en hebben een schil die openstaat.
De bruine sojabonen worden voor tientallen doeleinden gebruikt. Van het maken van meel tot aan olie, of simpelweg als voer voor dieren. Bekende producten die gemaakt worden van sojabonen zijn bijvoorbeeld ook sojamelk en tofu.
Ook het beruchte natto (納豆) wordt gemaakt van sojabonen. Hiervoor worden de bonen langere tijd gefermenteerd totdat ze slijmerig worden. De geur, smaak, en textuur van natto is vrij intens en er wordt vaak gezegd dat je ermee opgegroeid moet zijn om het te waarderen. De meeste “buitenlanders” vinden natto dan ook helemaal niks. Een beetje te vergelijken met hoe wij drop zien.
Scheuten en bloemen
Net als bij de bovengenoemde varianten zijn er ook diverse soorten groenten die wij als zondig bestempelen maar eigenlijk onder de categorie scheuten of bloemen vallen. Denk aan bloemkool, romanesco, artisjok, broccoli, bimi, en diverse soorten andere kolen.
De Japanse keuken maakt veel gebruik van bamboescheuten. Ze zijn heerlijk fris en ietwat zoet van smaak met een lekkere bite. Enkele van de meest geliefde manieren om ze te bereiden is ze simpelweg te laten sudderen in bouillon (takenoko no nimono) en deze zo eten. Of ze te verwerken in rijst (takenoko gohan). Maar ook als tempura is deze erg smakelijk en wordt het toegevoegd aan bijvoorbeeld udon of ramen.
Belangrijk detail is ook dat bamboescheuten vrijwel niet vers te krijgen zijn maar altijd voorgekookt, vaak verpakt in blik. Dit omdat rauwe bamboescheuten van nature de stof cyanogenic glycoside bevat. Deze stof kan in de maag omgezet worden naar cyanide, en kan in grotere hoeveelheden dodelijk zijn.
Door ze te koken en/of in te blikken worden deze gevaarlijke stoffen volledig onschadelijk gemaakt en is het niet alleen veilig om te eten, maar ook buitengewoon lekker.
Hier zie je lavendel en andere bloemsoorten regelmatig terugkomen in seizoensgebonden gerechten en ook in Japan gebruiken ze aromatische bloemen als smaakmaker. De kersenbloesem is hiervan het meest iconische voorbeeld.
Vooral tijdens de lente zie je talloze gerechten voorbij komen waarin de prachtige roze bloesem een hoofdrol speelt. Maar vergis je niet, je verwacht misschien dat de bloesem zoet is, maar hij is vaak zout (want ingelegd) of zelfs smakeloos.
Kersenbloesem wordt vooral gebruikt in wagashi (traditioneel snoepgoed) en diverse soorten desserts. Daarnaast zijn er bedrijven die tijdens de lente de markt bestormen met op kersenbloesem geïnspireerde drankjes en snacks. Vaak gemaakt met aardbeien en/of kleurstof om ze net zo roze te maken als de bloesem zelf.
Een minder bekende bloem, maar even iconisch in Japan is de hydrangea. Tijdens het regenseizoen (mei/juni) komen ze in grote getale tot bloei en kun je overal genieten van de schitterende paarse en blauwe bloemen. Je ziet ze nu ook steeds vaker terugkomen in allerhande gerechten. Vaak alleen door middel van kleurstoffen, maar ook de bloemen zelf worden steeds vaker gebruikt.
De Japanse bergasperge is een geliefde lentegroente in Japan die elke lente de menukaarten in Japan ruimschoots siert. De plant moet goed gekookt worden maar kan daarna op tal van manieren gegeten worden. Met name als tempura doet deze het goed.
Tevens worden groene en witte asperges zoals wij ze kennen ook gegeten in Japan. Met name de groene asperge is erg populair en wordt vaak geserveerd omwikkeld met bacon.
Japanse broccoli is net even anders dan de variant die wij hier meestal hebben. Onze broccoli komt van grote ronde bossen af. Waarbij de broccoliroosjes vaak een grote ronde kop en klein steeltje hebben.
De Japanse variant heeft een veel minder grote kop en veel langere stengels. Deze soort kennen wij hier als broccolini. Deze heeft vaak wat minder bite vanwege de dunnere steel (ook afhankelijk van hoe je hem bereid natuurlijk) en een nét wat andere ondertoon qua smaken. Zo is de Japanse versie vaak net wat bitterder en aardser van smaak.
Nanohana, ofwel de jonge koolzaadplant is een groente die voor ons geheel onbekend is. Maar in Azië één van de oudste soorten is. Het wordt al eeuwen gegeten en zit o.a. bomvol vitamine C. De plant is verwant aan de broccoli en kan grotendeels op dezelfde manier gebruikt worden.
Deze groente is hét symbool van de lente, want in maart en april kleuren tal van velden felgeel wanneer de bloemen van deze plant beginnen te bloeien. Het is dat moment waarop het gros hiervan geoogst wordt.
Ook hier in Nederland zie je veel koolzaadplanten (met name in juli!), ook al eten we ze niet. Ze worden hier veelal gebruikt om de zaden te verwerken tot olie. Niet voor menselijke consumptie, maar voor voertuigen.
Inmiddels zijn er ook soorten ontwikkeld die wél verwerkt kunnen worden tot olie geschikt voor menselijke consumptie maar dit is geen veelgebruikte soort (soms ook naar de Engelse variant genoemd: canola oil).
Gewone taugé (糵 (もやし) / Moyashi) kennen we allemaal wel en ook in Japan wordt het veel gebruikt. Meestal in combinatie met gerechten zoals yakimeshi of yakisoba, maar ook in diverse salades.
Populaire variatie hierop is in Japan de mame-moyashi ofwel sojascheuten. Deze lijken ontzettend op taugé maar zijn dus simpelweg de scheuten van een andere plant. In dit geval van de sojabonenplant.
Ze hebben een net iets andere kleur en smaak dan reguliere taugé maar zijn verder vrijwel uitwisselbaar in de meeste recepten.
Paddenstoelen
Officieel gezien vallen paddenstoelen onder hun eigen categorie van schimmels. Voor het gemak plaatsen wij deze echter ook onder de groenten, maar wel als eigen categorie! Want hoewel ons (dagelijkse) gebruik van paddenstoelen meestal niet verder komt dan (kastanje-) champignons of portobello, worden er in de Japanse keuken tal van soorten gebruikt!
Enoki is naast shiitake één van de meest herkenbare paddenstoelen uit Japan, die we hier kennen onder de naam fluweelpootje. Wanneer je echter zoekt op fluweelpootje zie je tal van opties, maar zie je niet de lange witte, clusters van paddenstoelen die de Japanners verstaan onder enoki. En tóch is dit dezelfde soort paddenstoel.
Grote verschil met het fluweelpootje dat hier aan de bomen groeit, is dat deze veel licht krijgt en vrijgesteld wordt aan de elementen van de natuur. De traditionele enoki wordt specifiek gekweekt in het donker waardoor deze de lange, kenmerkende, witte stengels krijgt.
In het verlengde daarvan hebben we nog de shimeji; ofwel beukenzwam. Ook deze paddenstoel groeit in clusters maar heeft in tegenstelling tot enoki een veel kortere stengel. Met daarbij een grotere kop en vaak met net wat meer bruintinten. Al zijn er ook witte varianten te verkrijgen.
De shiitake heeft in vrijwel alle landen dezelfde naam en staat bekend als dé Japanse paddenstoel. De shiitake heeft een hele kenmerkende (haast vlezige en hartige smaak) bomvol umami. Ze worden gebruikt in tal van gerechten. Of het nou gaat om miso soup, yakisoba, of verwerkt tot tempura. Vrijwel overal is een shiitake wel een smakelijke toevoeging.
Deze heerlijke paddenstoel zit daarnaast bomvol vitamine B en diverse gezonde aminozuren. Hierdoor wordt deze ook veel gebruikt in het maken van vegetarische dashi, of in het maken van vleesvervangers.
Shiitake kun je in de meeste gevallen gewoon bij de supermarkt of groenteboer halen. En in de toko vaak ook zakken met gedroogde shiitake. Deze kun je vervolgens laten weken in water en weer gebruiken. Het weekwater kun je overigens heel goed gebruiken om er een bouillon van te maken (of je pasta in te koken), deze zit immers bomvol met smaak.
Zeewier
Zeewier, ofwel nori (のり) kennen we hier meestal alleen van die nare dingen die langs je benen glijden in de zee. Vaak gevolgd door een (kleine) gil. Maar iedereen die sushi eet smult ook altijd van de nori! Het zwarte, gedroogde velletje rondom je sushi roll is namelijk een vorm van gedroogd zeewier.
Het wordt echter nog in tal van andere vormen gebruikt en gegeten in de Japanse keuken. Wees niet bang om ermee te experimenteren want het kan een enorme verrijking zijn. Met name omdat er heel veel gezonde voedingsstoffen in tal van de soorten zeewier zit.
Konbu wordt enorm veel gebruikt in de Japanse keuken, met name omdat het een hoofdingrediënt is voor het maken van dashi. Dat is een kenmerkende bouillon die voor vanalles wordt gebruikt. Van het maken van miso soup tot het op smaak brengen van ramen, rijst, of zelfs om pasta in te koken.
Het is een relatief groot stuk wier dat wordt gedroogd in vellen die je kunt laten weken in het water om zo de smaken over te brengen. Verse konbu zie je weinig, al wordt deze soms wel geserveerd bij sashimi. En ook een ingemaakte versie wordt nog regelmatig gegeten.
Hijiki is ook een populaire wiersoort die veel gegeten wordt in Japan, met name als een bijgerecht waarbij het geserveerd wordt als salade. De meeste hijiki wordt gedroogd gekocht maar moet eerst geweekt worden in (koud) water voor deze gebruikt kan worden.
Ondanks de populariteit is het wel een enigszins omstreden ingrediënt omdat er een relatief grote hoeveelheid (onnatuurlijke) arsenicum in veel hijiki zit. Voedselwarenautoriteiten in verschillende landen waarschuwen dan ook voor overmatige consumptie (meer dan 4.7 gram per dag).
Het zo nu en dan nuttigen kan echter geen kwaad. En om het in perspectief te plaatsen: de gemiddelde Japanner eet er nog geen gram per dag van.
Aonori is een zongedroogde zeewier soort die vooral wordt gebruikt om over warme gerechten te strooien. Denk hierbij aan yakisoba, okonomiyaki, en takoyaki. Maar in poedervorm wordt het ook veel gebruikt als kruid in bijvoorbeeld shichimi togarashi, of wordt het toegevoegd aan bouillons en meer. Vers komt het ook nog wel eens voor in de vorm van salades maar de gedroogde variant is wat meer de “standaard” versie.
Wakame is een van de weinige soorten die vrijwel nooit gedroogd wordt gegeten. Het wordt wel gedroogd aangeleverd maar meestal geweekt voor gebruik. Wakame wordt veel toegevoegd aan miso soep (samen met bijvoorbeeld blokjes tofu) maar ook als salade gegeten.
Wakame wordt volgens sommige ook in de categorie van superfoods geschaard. Het bevat o.a. veel omega-3 en calcium en zou helpen bij het verbranden van vet. Traditioneel gezien werd het ook veel gebruikt voor versterken van de maag en darmen, en het verbeteren van huid en haar.
Mis je hier nog een bepaalde Japanse groente waar je graag meer over wilt weten? Laat dan een berichtje voor ons achter in de comments en we zullen ons best doen je vraag te beantwoorden.